Allereerst zal ik mij even voorstellen. Ik ben Joni ten Dam, studente Algemene Sociale Wetenschappen. Ik doe in het kader van mijn afstuderen samen met het Verwey-Jonker Instituut een onderzoek naar sociale aanpak van de preventie van jeugdcriminaliteit. Voor dit onderzoek zoek ik adoptie-ouders met buitenlandse adoptie kinderen in de leeftijd van 9-18 jaar die willen meewerken aan interviews van ongeveer een uur. De interviews zullen vanaf week 20 plaatsvinden.

Voor verdere informatie heb ik een korte beschrijving gegeven van het onderzoek.

Beschrijving onderzoek ¡¥Sociale aanpak van de preventie van jeugdcriminaliteit¡¦

Inleiding

Tegenwoordig wordt er veel aandacht besteed aan jeugdcriminaliteit. Dit blijkt uit het grote aantal krantenkoppen, tv-programma¡¦s, beleidsstukken en wetenschappelijke onderzoeken dat aan dit onderwerp is gewijd.

De regering heeft allerlei programma¡¦s en maatregelen ontwikkeld om delinquent gedrag tegen te gaan. Doel van deze programma¡¦s en maatregelen zijn onder meer het voorkomen van (herhaling van) probleemgedrag. Het beleid van de overheid ten aanzien van jeugdcriminaliteit richt zich op het voorkomen (of uitstellen) van het optreden van gedragsproblemen (primaire preventie), op het voorkomen dat vroegtijdig, niet ernstig probleemgedrag zich ontwikkelt tot ernstig probleemgedrag (secundaire preventie) en op het reduceren van de ernst van geconstateerd probleemgedrag (tertiaire preventie) (Junger-Tas, 2002). De preventie richt zich vooral op het opvoedkundig klimaat waarin jongeren opgroeien. Een goede opvoeding is een eerste voorwaarde voor preventie en ouders vervullen daarbinnen een cruciale rol. De overheid investeert veel in de ondersteuning van ouders in de vorm van opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimulering (O&O).

Een recente ontwikkeling in de preventiepraktijk is het oog voor sociale bindingen. Een goed voorbeeld van een preventiestrategie die zich richt op het versterken van sociale bindingen in de aanpak van jeugdcriminaliteit is Communities that Care (CtC) (NIZW, 2001). Deze preventiestrategie richt zich op het ontwikkelen van een sterke sociale binding met het gezin, de school en de wijk waarin jongeren leven. Deze invalshoek sluit aan bij een klassieke criminologische theorie, de bindingstheorie van Hirschi, voor het verklaren van probleemgedrag. In het kort stelt de bindingstheorie van Hirschi dat delinquent gedrag waarschijnlijker is wanneer de binding van het individu met de samenleving, bijvoorbeeld met vrienden, ouders of school, is verzwakt of verbroken. Daarmee wordt delinquent gedrag dus verklaard met behulp van factoren die dat gedrag tegenhouden (Hirischi, 1969).

Onderzoek

Het Verwey-Jonker Instituut zal onderzoek verrichten naar de sociale aanpak van jeugdcriminaliteit. Het doel van dit onderzoek is na te gaan welke preventieprojecten, die trachten sociale bindingen te versterken, een bijdrage leveren jeugdcriminaliteit tegen te gaan.

Er zal in dit onderzoek gekeken worden naar:

?« Welke preventieprojecten richten zich op het versterken van sociale bindingen?

?« Welke visie of theorie omtrent het voorkomen van jeugdcriminaliteit ligt ten grondslag aan de preventieprojecten?

?« Wat zijn goede voorbeelden van preventieprojecten (good practices)?

In het onderzoek zal vooral gekeken worden naar de preventieprojecten die zich richten op het versterken van sociale bindingen. Sociale bindingen blijken zowel een beschermende als risicofactor te zijn bij het ontstaan van probleemgedrag.

Het onderzoek zal uiteen vallen uit drie deelonderzoeken. Een literatuurstudie waarin gekeken zal worden naar de risico- en beschermende factoren om jeugdcriminaliteit te voorkomen. Daarnaast zal er een search gedaan worden naar bestaande preventieprojecten in Nederland. Aan de hand van deze search zal er een selectie gemaakt worden van een klein aantal projecten. Deze projecten zullen daarna worden onderzocht of deze projecten effectief zijn volgens medewerkers van de projecten en of sociale bindingen bij de jongeren daadwerkelijk versterkt is.

Daarnaast zal er een ander onderzoek lopen dat zich vooral richt op preventie bij adoptiekinderen. Uit een literatuurverkenning blijkt dat er veel externaliserend probleemgedrag is bij adoptiekinderen. Daarom lijkt het ons interessant om deze risicogroep eens nader onder de loep te nemen. Want blijken de succesvolle bestaande preventieprojecten ook daadwerkelijk geschikt te zijn voor adoptiekinderen of is, kijkend naar de problematiek, behoefte aan een preventieproject alleen voor adoptiekinderen en waar zou deze dan aan moeten voldoen? Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in de werking van sociale bindingen bij adoptiekinderen in relatie tot delinquent gedag en in de wijze waarop preventieprojecten voor delinquente jongeren hierop kunnen aansluiten. Tevens aanbevelingen formuleren voor een betere aansluiting van preventieprojecten bij de specifieke problemen van adoptiekinderen.